1. Yungang Grotten + Hanging Tempel + Pingyao Old Town

De reis brengt je eerst naar de Yungang Grottoes bij Datong, één van de grootste boeddhistische grottencomplexen van China en al sinds 2001 erkend als UNESCO Werelderfgoed. Uit de rotswanden zijn hier in de 5de en 6de eeuw, tijdens de Noordelijke Wei-dynastie, meer dan 250 grotten en openingen uitgehouwen. Samen bevatten ze ruim 50.000 Boeddhabeelden, variërend van klein tot meer dan vijftien meter hoog. Het is een plek waar je niet alleen de religieuze toewijding van vroegere tijden voelt, maar ook de ontmoeting ziet tussen Indiase en Chinese kunststijlen. Terwijl je langs de grotten wandelt, bewonder je de fijne details in de werken en de vredige expressies van de beelden die de eeuwen hebben doorstaan.

Niet ver van Datong hangt een ander wonder van architectuur aan de rotswand: de Hangende Tempel, of Xuankong Si. Opgebouwd meer dan 1.500 jaar geleden en balancerend tegen een steile klif, lijkt de tempel als het ware in de lucht te zweven. Dunne houten balken en draagconstructies zorgen ervoor dat het complex tot op vandaag standhoudt. De Hangende Tempel is bijzonder omdat het drie religies verenigt onder één dak: boeddhisme, taoïsme en confucianisme.

Verder naar het zuiden wacht Pingyao, een stad die nog steeds het ritme en de sfeer van het oude China behoudt. De oude stad, omringd door stadsmuren, wordt gezien als één van de best bewaarde voorbeelden van een traditionele Chinese handelsstad. Sinds 1997 prijkt ze op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Pingyao was ooit het financiële hart van China: hier ontstonden de eerste wisselbanken en geldhuizen die het Chinese bankwezen vormgaven. Je wandelt er door smalle straatjes waar oude residenties, tempels en bankgebouwen getuigen van die rijke geschiedenis. De sfeer is er bescheiden en authentiek; zeker wanneer de avond valt en de rode lampionnen de straten zacht verlichten. Pingyao is een plek waar je als reiziger een glimp opvangt van hoe het leven er eeuwen geleden moet zijn geweest.