Dutch Chinese (Simplified) English French German Spanish

+32 14 73 71 84   +32 497 63 42 20  info@yingyingtravel.eu

De Himba van Damaraland in Namibië

Home » Reisblog » De Himba van Damaraland in Namibië
Afrika

 

Ooit naar Toast Kannibaal gekeken op TV?

Gezinnen die dachten dat het gemakkelijk aan te passen was ver van huis en te leven in een totaal andere cultuur, voor een paar weken. Sommigen ja, maar anderen kregen de schrik van hun leven. Vooral voor de vrouwen leek het een moeilijke bevalling !

In het noorden van Namibië is een uitgestrekt gebied met woestijnachtige landschappen, gekenmerkt door zijn hoge puntige bergen en indrukwekkende rode rotsformaties. Damaraland genoemd. Waar dieren zoals leguanen, struisvogels, gemsbokken maar ook woestijnolifanten leven. In het bijzonder, in Kaokoveld, ten zuiden van de Kunene rivier, overheerst de rode kleur van de aarde in die droge en onherbergzame streek!  Hier leeft en overleeft het nomadenvolk: de Himba’s.

De Himba (of Ovahimba) is een zeer traditionele stam. Ze zijn nomaden en leven voornamelijk van hun vee. Ze trekken met hun koeien en geiten door het land. Hun dieren zijn hun rijkdom. Het aantal stuks vee bepaalt hoe welvarend ze zijn. De Himba’s zijn nauw verwant met de andere resterende nomaden van Namibië, de Ovazemba en de Herero. De Himba spreken de Zemba taal, maar deze is vrijwel identiek aan de Otjiherero, de taal van de Herero.

Ondanks de jaren van koloniale overheersing in Zuid Afrika, leven de Himba’s tot op vandaag nog steeds in afzondering en op traditionele wijze. De Herero daarentegen hebben een deel van hun traditionele leven aan de westerse invloeden, vooral de Duitse, verloren.

In deze onherbergzame gebieden is voedsel schaars. De Himba’s verbouwen maïs en ze plukken ook wat inheemse vruchten en planten. Van de maïs maken ze maïspap, verder drinken ze voornamelijk zure melk met meel erin. Af en toe wordt er een dier geslacht; het ganse dier wordt dan gekookt, ook het hart en de longen. Elk onderdeel wordt opgegeten. Koeien worden alleen geslacht bij bijzondere gelegenheden, bijvoorbeeld bij een huwelijk of ook bij een begrafenis. Het leven in lemen hutjes lijkt nog te doen, maar leven als traditionele vrouwen lijkt voor onze westerse meisjes en dames toch wel een brug te ver. Toch hebben de Himba’s een groot eergevoel ! Hun uiterlijke verschijning is voor hen uiterst belangrijk !

De Himba-vrouwen smeren hun huid in met ‘otjize’. Dit is een mengsel van geitenvet, kruiden en oker. Door die oker krijgen de vrouwen die typische rode kleur. Hun bewonderenswaardige haarstijlen zoals hun twee traditionele vlechten die over hun voorhoofd lopen, worden eveneens met otjize bewerkt.  Dit mengsel beschermt hen tegen de felle zon en de hitte. De roodbruine kleur van hun huid, samen met hun traditionele aardkleurige kledij, is in harmonie met de zandkleur van hun hutjes en die dorre, uitgedroogde vlakten waar hier en daar een struik te vinden is. Himba-vrouwen zijn puur natuur, ze wassen zich nooit! Himba-vrouwen dragen net zoals de mannen, weinig kledij. Geen bovenkledij en voor de rest, het traditionele, kalfslederen rokje, beschilderd met motieven. Alle klederen worden ter plaatse  gemaakt van de door henzelf gelooide huiden van de geslachte dieren. De Himba-vrouwen zijn heel fier en houden van sieraden. Deze maken ze zelf van schelpen, leer en koper. Hun armen, hals en benen zijn soms zwaar beladen maar de “ohumba”, een schelp die aan een ketting om hun nek hangt, is voor hen, het belangrijkste sieraad.

De vrouwen stralen hun trots uit maar het uiterlijke van elk lid van de stam zegt iets over de plaats in de stam en de fase van haar of zijn leven! Zo dragen de meisjes hun haar in twee vlechten over hun voorhoofd. Doch In de puberteit wordt het haar in twee kleine staartjes gevlochten en ingesmeerd met geitenvet en oker. Getrouwde vrouwen laten die haarvlechten over hun voorhoofd lopen maar dragen daarbij nog een kleine kroon van geitenvel op hun hoofd. Huwbare Himba-jongens geven ook een teken, ze zijn herkenbaar aan een gebogen staartje omhoog. De Himba-clan, bij ons gekend als onze familie, wordt steeds geleid door de oudste man. Dochters worden uitgehuwelijkt bij de geboorte. Tussen hun 14de en 17de levensjaar wordt getrouwd en dan verhuizen ze naar de clan van de man. Zonen blijven dus steeds bij de clan van hun vader wonen. Opvallend, ze erven niet in rechte lijn. De zoon erft niet het vee van zijn vader, maar wel dit van de broer van zijn moeder.

Elk land, elke streek, elk volk heeft zijn tradities. Soms eeuwenoud, soms wreed, soms onbegrijpelijk! Zo worden bij kinderen van tien jaar, meisjes en jongens, de twee voortanden in de onderkaak, met een stok en een steen, uit hun mond geslagen. Van waar deze traditie komt, lijkt niet te achterhalen.

De Himba hebben een heel andere manier van denken in verband met ‘de tijd’. Ze zien de tijd als een rivier die langs stroomt….  Wat wij toekomst noemen, ligt achter hen, want dat water is nog niet langs gestroomd. Met andere woorden, ze kunnen er zich nog geen beeld van maken. Het verleden echter, ligt voor hen want dit water van de rivier hebben ze reeds gezien….  

Tegenwoordig kan je een bezoek aan de Himba stam-plannen. Zo verdienen ze wat bij met zich te laten fotograferen door toeristen. De Himba-vrouwen verkopen hun zelfgemaakte kralen. Zo leven ze wel minder in afzondering, maar voor ons blijft het fijn dat ze zich aan hun traditionele levenswijze en waarden houden !

Lucrèce